Reactie op Jan Stedehouders column, ‘De kosten van gratis (2)’ https://www.digiplace.nl/2008/12/06/de-kosten-van-gratis-2/
Auteur: E.G.P. Bos
Linux is gratis en daarom ben ik er zo gemakkelijk in gerold. Linux is gratis en dus blijf ik het gebruiken, zelfs al installeer ik ernaast af en toe andere besturingssystemen. Maar ook: Linux is gratis en dus is het voor iedereen beschikbaar. Linux is gratis en dus maken we een statement in de geest van ‘onze ideeën zijn vrij’.
Linux en gratis zijn onlosmakelijk verbonden, want vrij en gratis zijn onlosmakelijk verbonden. Hoe kun je consequent volhouden dat een besturingssysteem open, vrij en ‘voor iedereen door iedereen’ is als je dat zou beperken tot mensen die ervoor willen betalen? Volgens mij zou dit slechts mogelijk zijn op de manier waarop het nu gebeurt; door mensen te laten doneren als ze daar de mogelijkheid toe hebben, maar het verder niet te hebben over kosten.
Het artikel http://www.linuxfoundation.org/publications/estimatinglinux.php dat Jan aanhaalt brengt een interssant punt onder de aandacht, maar de uitwerking is, zoals ze zelf ook al aangeven onder Limitations etc., sterk versimpeld.
- In dit artikel gaan ze uit van een volledige Fedora distributie, dus _alle_ pakketten in de repository. Voor de gemiddelde Linux distributie houdt dit in: alle software die je ooit zult gebruiken onder Linux, aangezien de grote Linux repo’s (Red Hat, Debian, Gentoo) bekend staan om hun compleetheid.
- Vervolgens telt men de regels code in al die pakketten en rekent men dit om naar programmeurs salarissen in de VS (toegegeven, hier houden ze met veel zaken rekening, zoals de overhead kosten door bijvoorbeeld ziekte en ongevallen) per regel code.
- Verder wordt geen rekening gehouden met het bijwerken van code door de tijd; iets waar uiteraard de meeste tijd in is gaan zitten.
Punt 1 zorgt ervoor dat niet de waarde van slechts een besturingssysteem, maar de waarde van bijna elke willekeurig samen te stellen, volledige werkomgeving wordt berekend. Welk bedrag hier ook uitkomt, het zal niet te vergelijken zijn met bijvoorbeeld de ontwikkelingskosten van Windows of MacOS. Om het te vergelijken zul je een gelijkwaardige verzameling software naast Windows moeten zetten en de ontwikkelingskosten daarvan erbij op moeten tellen.
Punt 2 en 3 zijn uiteraard te simpel voor woorden en geven een volkomen scheef beeld van de ontwikkeling die er in een totale Linux distributie is gestopt. Hier nemen ze zelf ook kennis van, maar ik wilde het maar even aanstippen om te laten zien dat het genoemde bedrag van 10 miljard niet al te serieus moet worden genomen.
Het achterliggende probleem in het artikel is simpelweg dat Linux niet gemaakt is door betaalde programmeurs alleen (juist vaker onbetaald). Bovendien gaat het artikel uit van de kosten die een bedrijf vandaag de dag zou maken als ze de hele distributie vanaf de grond op zouden moeten bouwen, terwijl Linux al een jarenlange ontwikkeling heeft gehad.
Met andere woorden, ik wil even grondig afrekenen met het idee dat het essentieel is dat er veel geld in de ontwikkeling van Linux is gestoken. Uiteraard is dit een onderdeel in de ontwikkeling geweest die ervoor heeft gezorgd dat Linux beschikbaar werd voor de zakelijke wereld en het grote publiek (door inspanningen van respectievelijk Red Hat en Canonical), maar voor de ideologie van Linux is het volkomen irrelevant hoe de inspanningen zijn gemaakt. Het is voor iedereen, door iedereen, en of je daar nou voor betaald krijgt (en er vervolgens ook weer geld aan verdient! Anders zouden bedrijven er uberhaupt niet aan beginnen) of niet is me om het even.
Feit blijft dat er een idee voor computergebruik is ontstaan dat door een grote gemeenschap ondersteund wordt en daardoor in leven blijft, onafhankelijk van afzonderlijke elementen van die gemeenschap. Dit idee dringt de laatste jaren ook steeds meer door in andere gebieden dan alleen software en dat lijkt me een goede ontwikkeling. Zo klinkt namelijk in steeds meer sectoren van de samenleving de roep om vrijheid en ik denk dat we daar uiteindelijk allemaal beter van zouden worden.
Nu is vrijheid natuurlijk iets waar je verantwoordelijk mee om moet gaan en dit besef zal moeten groeien. Dit is echter iets wat volgens mij redelijk natuurlijk, maar langzaam zal gaan. Vrijheid is voor mij leven zonder barrières, om onbelemmerd je leven te kunnen leiden op de manier die je zelf zinvol acht. De uiteindelijke consequentie hiervan is dat waarde op een andere manier zal moeten worden uitgedrukt dan in geld of werk. We werken namelijk al een aantal decennia toe naar een volledig geautomatiseerde omgeving en in zo’n omgeving zul je langzaam aan na moeten gaan denken over een nieuwe invulling van je levensdoelen.
Wat mij brengt tot de volgende stelling: economische waarde is achterhaald, de toekomst is vrij. Het woord gratis zal inderdaad uit onze algemene vocabulaire geschrapt worden en terecht komen in dat van de geschiedkundigen. “Gratis? Natuurlijk! Kan het ook anders dan?”