Jan

Bekentenis

Ik moet iets bekennen. De afgelopen weken heb ik -vrijwillig- met Windows gewerkt. Ja ja, ik weet het. Soms voel ik me net Amy Whinehouse op weg naar ‘rehab’. De oorzaak is het nieuwe speeltje, de HTC Diamond, en de daaruit voortvloeiende noodzaak software te installeren voor bloggen, twitteren, mailen, etcetera.

Sorry, maar daar zat ook weinig open source bij. Gelikte programmaatjes, maar ik werd wel simpel van licenties en registratiecodes. Had ik een leuk stukje software, bleek het weer niet gratis te zijn. En denk ook maar niet dat er sprake is van een centrale repository met alle software. Ik kon de hele digitale wereld over, als een junk op zoek naar de juiste dealer.

Maar goed, het is gelukt. De HTC zit nu bomvol met goodies en synchroniseert met een Exchange 2007 server. Dat was ook een crime, maar toch.

En zo schoot vorige week het berichtje voorbij van Mark Shuttleworth. Ubuntu moet gebruikersvriendelijker worden. Het moet net zo vriendelijk worden als Mac OSX. Een goede reden om mijn oude iMac op te schonen door Debian te verwijderen en ‘Tiger’ terug te plaatsen. Weer een grandioze ervaring. ‘Tiger’ had zes rondjes updates nodig om weer helemaal bij te zijn, want alle patches van de afgelopen jaren werden een voor een verwerkt.

Toen de software. Inderdaad, heel gebruikersvriendelijk. Volgens mij ben ik drie installatiemethoden tegen gekomen. En dan de registratiecodes en EULA’s natuurlijk. Centrale repo? Natuurlijk niet. Applicatiemenu? Drie muisklikken weg.

Ik ben erg blij met mijn nieuwe speeltje, zonder meer, maar vrolijk ben ik niet geworden van deze twee ‘gebruikersvriendelijke’ besturingssystemen en applicaties. Al dat gedoe. Niks geen apt-get install. Geen centrale repo.

Misschien dan toch een tip voor Mark. Ubuntu en andere Linux varianten moeten maar niet te veel naar Windows of Mac OSX kijken. Zet een eigen ‘smoel’ neer en herdefinieer gebruikersvriendelijkheid. Want eerlijk gezegd, naarmate de grafische omgevingen van Linux meer op ‘die anderen’ gaan lijken, des te minder interessant ze worden.

Dropbox

Wat is een van de grote problemen als je achter verschillende computers werkt aan dezelfde set bestanden? In mijn geval is dat synchronisatie van de verschillende versies. De USB stick bewijst op zich hele goede diensten, maar ik vind het ook wel prettig om een aparte set backup bestanden te hebben die synchroon loopt met de laatste versies. Zo’n backup moet vrijwel gelijktijdig en zonder al te veel rompslomp verlopen.

Een tijdje geleden ben ik maar eens in rsync gedoken. Dat is toch zo’n beetje de heilige graal van backups, maar het is allesbehalve eenvoudig. Grsync is een grafische schil rond rsync en het is mogelijk om daarmee periodiek de backups af te handelen.

Een paar dagen geleden kwam het bericht voorbij dat Dropbox nu ook een aparte client voor Linux had.  Dropbox is afgelopen donderdag geopend voor het grote publiek. Het is een online backup dienst die -vooralsnog- 2 Gb ruimte gratis aanbiedt. Naast de backup kun je de mappen ook weer delen met anderen, waardoor het de mogelijkheid biedt om samen met anderen aan een set bestanden te werken.

Een van de vragen is natuurlijk of het veilig is. Tja, op de website staat dat alle data via SSL worden getransporteerd en dat alle bestanden met AES-256 worden versleuteld voordat ze worden opgeslagen. Daarmee wordt het eigen wachtwoord een van de meest zwakke schakels.

Dropbox is beschikbaar voor Windows, Linux en Mac OSX. De Linux client is beschikbaar voor Fedora Core 9, Ubuntu 8.04 en 7.10 (32 en 64 bits) en als source. Na de installatie kun je via de client een account aanmaken. Je hebt in de eigen gebruikersmap een map Dropbox. De bestanden die je in die map plaatst worden automatisch opgeladen naar de server. De snelheid waarmee dat wordt afgehandeld hangt af van de snelheid van jouw eigen breedbandverbinding.

Via de client kom je snel bij jouw eigen pagina op de Dropbox website. Je ziet direct een overzicht van de recente activiteit.

Mijn eerste ervaringen zijn positief. De bestanden worden nu zonder problemen en vrijwel realtime gesynchroniseerd. Je kunt ze openen en bewerken vanuit de Dropbox mappen en het gewijzigde bestand wordt vervolgens naar de server gestuurd. De eigen webpagina schijnt ook prima te werken met mobiele browsers.

Als het goed is kunnen we deze week een storage account aanvragen van 50 Gb tegen een maandelijks bedrag van $ 9,99 of $ 99,99 per jaar. Ik moet eerlijk zeggen dat dit een aantrekkelijk aanbod lijkt, te meer omdat het dataverkeer zelf niet wordt meegenomen. Als alternatief kijk ik nog naar de mogelijkheden die Amazon via de cloud aanbiedt, maar dan moet ik op zoek naar een goede client met dezelfde prestaties als Dropbox.

Gratis boek: Virtualization for Dummies

Virtualisatie mag toch wel een van de “buzz words” van deze tijd worden genoemd. Zelfs voor desktopgebruikers is het tegenwoordig een koud kunstje om VirtualBox of VMware Server te installeren en zo de laatste restjes noodzakelijke Windows software te draaien.

Sun Microsystems en AMD hebben, samen met de uitgevers van de ‘for Dummies’ serie, een gratis ebook samengesteld. In het boekje (50 pagina’s, in PDF formaat) worden de verschillende vormen van virtualisatie uitgelegd en wat er voor nodig is om de server klaar te maken voor deze tak van sport. Goed, Sun en AMD hardware worden gebruikt als voorbeelden. Maar ja…. het is gratis en te verkrijgen via deze link.

Jan Stedehouder

Is Bromsnor digibeet?

Het was een mooie inkopper voor De Telegraaf: “Agenten verplicht op pc-les“. We hebben het dan niet over een nieuw opgericht politiekorps in het midden van de Amazone, maar over onze Nederlandse Bromsnor in de 21ste eeuw. Als we het artikel mogen geloven dan moeten de Nederlandse agenten les krijgen in het veilig stellen van een computer en andere toch wel hardcore hackermaterialen mobiele telefoons, camera’s, USB-sticks en mp3-spelers. Is Bromsnor digibeet of zit er gewoon iets mis in het Nederlandse onderwijs?

door Jan Stedehouder

Ik moest gelijk denken aan een artikel van de National Academy of Engineering waarin een definitie stond van ’technological literacy’, letterlijk ’technologisch gealfabetiseerd’, een begrip dat een breder terrein beslaat dan ICT. Iemand die in technologisch opzicht gealfabetiseerd is, heeft niet alleen kennis van technologie maar kan het ook op een effectieve manier gebruiken én is in staat er op een kritische wijze over te reflecteren en het handelen dienovereenkomstig aan te passen. De complete beschrijving van de competenties is iets te lang om hier weer te geven, maar het is een aanrader.

Bij het doorlezen van de defintie van een ’tech lit’ individu dringt zich een pijnlijke conclusie op: de overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking is effectief digibeet. (Ter vergelijking: 1,5% van de Nederlandse bevolking wordt als analfabeet beschouwd, naast 7,9% (1,3 miljoen) laaggeletterden). Hoevelen zijn in staat op een kritische wijze naar nieuwe technologie te kijken in plaats van op voorhand enthousiast achter de hype aan te rennen? In hoeverre wordt in het algemeen onderwijs aandacht geschonken aan wat de Academy noemt: “het begrijpen van essentiële concepten en begrippen van het ontwerpen van technologie, zoals systemen, beperkingen en het maken van keuzen”?

Onder het kopje Vaardigheden wordt de volgende competentie genoemd:

het beschikken over concrete vaardigheden zoals het gebruiken van een computer voor tekstverwerking, het gebruik van het internet en het kunnen omgaan met apparaten thuis en in een zakelijke omgeving.

En zo komen we weer terecht bij Bromsnor. Klaarblijkelijk is er een speciale cursus voor nodig om te leren hoe je een computer moet inpakken die bij een huiszoeking te voorschijn komt. Ik kan mij daar nog iets bij voorstellen als het gaat om de Nederlandse Kevin Mitnick, maar daar hebben toch al speciale rechercheurs voor. Het gaat hier naar alle waarschijnlijkheid om rechttoe, rechtaan Windows bakken die bij een gemiddelde drugsdealer of kruimeldief op het bureau staat te draaien. USB-sticks en MP3-spelers zijn toch redelijk gemeengoed te noemen en de tijd dat de mobiele telefoon een noviteit was ligt al weer een tijdje achter ons.

Ik ga er maar van uit dat de Raad van Hoofdcommissarissen deze beslissing heeft genomen omdat er een reële behoefte aan bijscholing is. De trieste conclusie is dan wel dat noch in het basisonderwijs, noch in het voorgezet onderwijs, noch op de Politieacademie men in staat is gebleken de leerlingen op te leiden met voldoende competenties voor dit deel van de moderne samenleving.

En zo heeft een groot deel van de Nederlandse bevolking computers thuis staan met breedbandverbinding, loopt het in toenemende mate rond met hoogwaardige technologie in de broekzak, wandelt het naïef en vol wantrouwen rond in de grote boze digitale buitenwereld en probeert het kwade geesten af te weren door het installeren van een ruime collectie anti-‘ware’, de amuletten van de digibeet. Dat maakt de afstand tot een nieuw ontdekte stam in het Amazonegebied een stuk kleiner.

Scroll naar boven